Het is fascinerend toch, hoeveel figuurlijk oftewel idiomatisch taalgebruik we in het dagelijks leven produceren. Ik ging er gewoon eens op letten in de krant van dit weekend. In een piepklein stukje van amper 100 woorden lees ik : “mijn opa zou zich omdraaien in het graf”, “een broeinest van ideeën”, “ze hebben er lak aan”, “ze gaan elkaar te lijf”, “ze geven zich gewonnen”, en “een opgestoken middelvinger”. Afin, ga er maar aan staan. Een nieuwe taal leren is echt geen kattenpis.
In het Frans is het niet anders. Sterker nog, daar heb je naast idiomatische uitdrukkingen ook nog te maken met “Argot” (straattaal), waarvan veel woorden snel overgenomen worden in het dagelijkse taalgebruik. Zoals bijvoorbeeld un boulot = un travail, un pote = un ami, une boîte = une entreprise of une bagnole = une voiture.
Of wat dacht je van ”Verlan”. Verlan is het omgekeerde van ‘l’envers’, Frans voor ‘het omgekeerde’. In de Franse taal wordt daar voortdurend mee gespeeld en die woorden worden veel gebruikt in spreektaal, op televisie, op youtube en ook op de werkvloer in bedrijven.
Enkele voorbeelden ter illustratie:
Une femme (= vrouw) ? fa + me ? me+f (-a- valt weg)
verlan = une meuf
Laisse tomber (= laat maar zitten, lett. laat vallen) ? ton + bé ? bé+ton
verlan = laisse béton
Un flic (= politieagent) ? fli + que ? que + f (-li- valt weg)
verlan = un keuf
Maestro ? mae-stro
verlan = Stromae
Ja inderdaad, ook de artiestennaam een vorm van verlan.
Uit de blog van collega-blogger Annemarie Kerkhoff bleek al dat cursisten die zich focussen op de idiomatische uitdrukkingen en figuurlijk taalgebruik veel sneller als vloeiende natuurlijke sprekers worden gezien. Dit in tegenstelling tot de tweedetaalleerders die zich vooral op grammatica en losse vocabulaire richten.
Dus, met wat bluf en een paar goed gekozen uitdrukkingen kun je best ver komen in een zakelijk gesprek in het Frans. En omdat je beter vandaag dan morgen kunt beginnen, geef ik je hieronder vijf veelvuldig gebruikte uitdrukkingen, die je snel kunt leren om vlotter Frans te spreken tijdens het zakendoen.
-
Ça tombe à pic = Dat komt heel goed uit
Ça tombe à pic ! C’est exactement ce que je veux. (Dat komt goed uit! Precies wat ik wil)
-
Faire d’une pierre deux coups = Twee vliegen in een klap slaan
Nous nous trouvons dans une situation très positive où l’on peut faire d’une pierre deux coups. (We zitten in een hele positieve positie waarbij we twee vliegen in een klap kunnen slaan)
-
Donner un coup de main = een handje helpen
Allez, je vous donne un coup de main. (Kom, ik help u een handje)
-
Avoir/prendre de la bouteille: ervaring hebben of krijgen
Hoe ouder hoe beter, net zoals goede wijn.
Donc c’est un pro qui a de la bouteille. (Dus het is een professional met ervaring.)
Il faut que je prenne de la bouteille avant de demander une mutation. (Ik moet eerst ervaring opdoen voordat ik promotie kan vragen.)
-
Renvoyer l’ascenseur = een plezier doen of (weder)dienst verlenen
Un jour, je pourrais vous renvoyer l’ascenseur. (Op een dag kan ik iets voor u betekenen.)
Alors vous pouvez peut-être me renvoyer l’ascenseur? (Dus misschien kunt u mij ook een plezier doen?)
Probeer het maar eens, zo’n uitdrukking bij je eerstvolgende Franstalige ontmoeting. Want “qui ne risque rien, n’a rien !”.
Fabienne van Dillen, senior trainer Frans en Nederlands
Fabienne is geboren in het Franstalige deel van België vlakbij Luik en woonde jarenlang in Parijs en Nice. Ze heeft een lesbevoegdheid voor de Franse en Engelse taal en studeerde Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte als international marketeer voor multinationals in Parijs en Amsterdam en leidde een marketing- en communicatiebureau. Fabienne ontwikkelt als strateeg samen met creatieve teams marketing- en reclamecampagnes en adviseert bedrijven over zakendoen in Nederland en Frankrijk. Het is haar missie om de Franse taal populairder te maken bij een zo breed mogelijke doelgroep.