Hoe klink ik?

Vreemde klanken in een andere taal. Voor iedereen die zich een andere taal wil eigen maken, is een juiste uitspraak een grote wens. Maar hoe krijg je die rare onbekende klanken uit je mond zodat het natuurlijk en authentiek klinkt? Deze vraag geldt niet alleen voor beginners, maar net zo voor gevorderden. De meesten willen namelijk uiteindelijk niet meer opgemerkt worden als een anderstalige.

Iedere taal heeft zijn eigen hebbelijkheden en lastige tongbrekers. Je moedertaal bepaalt immers grotendeels welke klanken je wel of niet hoort en dus wel of niet kunt imiteren. Het klassieke voorbeeld is de Fransoos die zo zijn best doet in het Engels, maar toch onmiskenbaar te herkennen is aan zijn Louis de Funès-achtige uitspraak. 

Dit heeft te maken met taalgroepen en of jouw vreemde taal dichtbij jouw moedertaal zit of juist niet. Vandaar dat de Fransen gemakkelijker Italiaans of Spaans spreken, maar Engels qua klankkleur zo verdraaid lastig vinden.

Het scheelt zeker als je al een taal uit een bepaalde taalgroep beheerst om dan een tweede taal uit dat register te leren. Je bent dan al vertrouwd met dit timbre en tonaliteit. Zo helpt het als een anderstalige, die Nederlands wil leren, al Engels met weinig accent spreekt. Wanneer er een sterke invloed van de moedertaal te horen is in het Engels, kan het een voorbode zijn dat je ook in het Nederlands of Duits een charmant accent zal behouden. Daar is helemaal niets mis mee, zolang je verstaanbaar bent en begrepen wordt.

Anderstaligen hebben vaak hoge eisen aan zichzelf om perfect een vreemde taal te willen spreken, wat op zich een mooi streven is. Echter, verlies dan niet uit het oog dat iedereen een regionale tongval heeft, wat juist leuk is zolang het de communicatie niet stoort. Zo kunnen moedertaalsprekers onverstaanbaar zijn waarbij een licht buitenlands accent dan in het niets valt. Denk maar aan die Groningse boer die ondertiteling krijgt op de televisie; hij spreekt dan wel Nederlands, maar niemand die hem verstaat!

Alleen dan de hamvraag: hoe krijg ik mijn uitspraak als die van een moedertaalspreker? Een simpel en handig foefje is: goed kijken. Ja, kijken. We denken dat het alleen om luisteren gaat, maar goed kijken hoe een spreker zijn mond beweegt om die malle klanken te produceren is een grote sleutel. In mijn lessen maak ik mijn cursisten hierop attent en dat helpt zeker. In het Nederlands is het bijvoorbeeld zaak om je mond juist meer te openen en ruimer te bewegen om al die dubbele klinkers aan ‘eu-ui-ij-au’ te maken. In het Frans daarentegen moet je juist voorin je mond praten en hem niet zover openen, om het mooi nasaal te laten klinken, wat dus voor de Nederlanders weer een hele uitdaging is.

Hoe weet je van jezelf of je niet meer opvalt met je uitspraak? Zolang je te horen krijgt: “Gôh, wat spreek je de taal goed!”, dan ben je inderdaad een prima gevorderde spreker, maar is er nog een klein accent te horen. Als je eropuit bent om dat weg te poetsen, oefen dan voor het beste compliment en dat is géén compliment. Dan is je uitspraak zodanig dat je niet meer gehoord wordt als een anderstalige. Kijk dus nog maar eens goed naar moedertaalsprekers hoe zij hun mond bewegen en imiteer dat. Bon courage!

Jenny van den Heuvel
Senior trainer Nederlands en Frans

© Taleninstituut Nederland

www.taleninstituut.nl