Om een nieuwe taal te kunnen gebruiken heb je uiteraard een woordenschat nodig. Dat zijn namelijk de bouwstenen waar we ons beperkt of juist welbespraakt mee uitdrukken. Hoe kom je op een effectieve manier aan een rijk vocabulaire in plaats van die droge woordenlijsten?
Het oude schoolidee om saaie woordenlijsten uit je hoofd te leren spreekt bijna niemand aan. Logisch ook, want het is best onnatuurlijk om op deze manier een taal te verwerven. Door naar kinderen te kijken hoe zij zich hun eerste taal eigen maken, zien we dat context een belangrijke rol speelt. Aan tafel leren ze vanzelf alle woorden die daarmee te maken hebben of bij het aankleden de kledingstukken. Dus binnen een duidelijk kader krijgen woorden hun betekenis.
Hoe werkt dat in ons hoofd? Het schijnt dat ons brein nieuwe woorden leert door ze te koppelen aan een categorie: van heel algemeen tot heel specifiek. (1) Wat betekent dit concreet? Als een kind bijvoorbeeld een apart soort hond ziet en daar een nieuw woord bij hoort, dan maken de hersenen zelf de link dat het een om die specifieke hond gaat en niet om honden in het algemeen.
Hoe kun je deze manier van leren zelf toepassen? Zeker als je niemand in huis hebt die jou in de nieuwe taal een woordenschat aanreikt door alles te benoemen wat je doet en gebruikt; als kind hoor je dat je met een ‘lepel’ de soep eet en niet met een ‘vork’. Als volwassene zul je echter zelf de nieuwe woorden actief binnen hun context moeten gebruiken.
Probeer ten eerste een natuurlijke manier van leren na te bootsen met een visueel aspect. Beeldwoordenboeken zijn heel fijn, want dan zie je direct de benaming van ieder item of gebruik zelf plaatjes om er woorden bij te schrijven. Televisieprogramma’s kijken over bepaalde onderwerpen helpt ook enorm.
Ten tweede gebruik de woorden actief binnen hun categorieën: schrijf bijvoorbeeld alles op wat met het huis te maken heeft en onderverdeel dit weer in groepen: wat hoort bij de keuken, in de woonkamer en op zolder. Met tot slot de cruciale stap: maak zinnen met de woorden die je nu hebt geleerd waaruit de betekenis blijkt zodat het beter blijft hangen.
Met deze drie stappen wordt woordjes leren leuk, want je bent er actief mee aan de slag en je zult al snel zien dat je meer kunt zeggen dan je dacht. Hoe dynamischer je bezig bent met je nieuwe taal hoe beter het beklijft!
https://www.sciencedaily.com/releases/2019/07/190729144922.htm
(c) Taleninstituut Nederland
Jenny van den Heuvel
Senior trainer Nederlands en Frans