Mijn dochter studeert sinds het begin van het academisch jaar in Gent en woont dus nu op Kot (vertaling = op kamers). En hoewel ze daar gewoon ABV (Algemeen Beschaafd Vlaams) klappen (=praten) heeft ze af en toe de grootste moeite om haar studie- en klasgenoten te verstaan. Dat levert soms hilarische misverstanden op, waar wij thuis, in Haarlem, dan smakelijk om kunnen lachen.
Zo werd er daar in haar studentenhuis als welkom een chocomel-(in het Vlaams Cécémel)event georganiseerd en in de uitnodigingsmail stond het verzoek om ‘uw tas mee te nemen’. Mijn dochter vond dat vreemd en vroeg aan haar buurjongen, waarom een tas mee moest. Zouden ze soms cadeautjes krijgen? De jongen keek haar in verwarring aan en begreep op zijn beurt die vraag niet. Pas bij het event ontdekte ze dat met ‘tas’ kopje of beker bedoelden.
Sindsdien ben ik de vertaalhulplijn en krijg ik verzoeken om ‘goesting’, ‘kuisen’, ‘peizen’ enzo te vertalen. Ik versta Vlaams goed, maar van de week kreeg ik een vertaalopdracht waar ik ook even op moest broeden.
Wat is in hemelsnaam een twadde? Na etymologisch onderzoek bleek ‘twadde’ een verbastering te zijn van ‘etwas’ uit het Duits. Steeds sneller uitgesproken werd het ‘etwa’, toe ‘twa’ en later ‘twadde’, wat dus ‘iets’ betekent.
Zo is een taal dus, en niet alleen het Vlaams, continu onderhevig aan veranderingen en invloeden uit buurtalen en door actuele gebeurtenissen.
Hoe zit dat nu met Belgisch Frans?
Toevallig vroeg een cursist die veel werkt in Wallonië mij onlangs of er veel verschil is tussen het Waals en het Frans. 70% van de Belgen en ook bijna alle inwoners van Brussel spreken Frans. De meest bekende Belgicismen zijn de cijfers septante (70 of soixante-dix in het Frans) en nonante (90 of quatre-vingts). Toch lijken de Fransen en Franstalige Belgen elkaar prima te kunnen verstaan. Er is wel een accent in de uitspraak te horen, maar de Walen kijken veel naar de Franse televisiezenders. Daardoor lijkt de taal iets minder af te dwalen.
Als je veel samenwerkt met Waalse collega’s, klanten of relaties dan zijn dit de belangrijkste verschillen met het Frans, die je misschien op het verkeerde been kunnen zetten.
- Non, peut-être : is een Brusselse uitdrukking voor “oui, bien sûr” ! (=ja natuurlijk)
- Je ne sais pas vous répondre, vous aider, venir, etc. Betekent “je ne peux pas” (= ik kan niet) In het Belgisch wordt savoir (=weten) gebruikt voor pouvoir (kunnen)
- Il va dracher aujourd’hui : “il va pleuvoir” (=het gaat regenen vandaag)
- Ça goûte… : “Ça a goût de…” (=dat smaakt naar..) en Ça te goûte ? : “Ça te plait ?” (=bevalt het?)
- A tantôt = “à plus tard” (=tot straks).
- Tu me donnes ton GSM ? : “ton portable’ (=jouw mobiele telefoon)
- J’ai un kot : un studio (=ik heb een studentenkamer)
- Le brol : “le bazar” of “la brocante” (=rommel).
Het Belgisch Frans wordt gelukkig iets langzamer uitgesproken dan het Frans Frans, waar bovendien ook veel woorden worden afgekort en verbasterd. Wil je testen of je het Waals kunt volgen? Kijk dan eens naar het YouTube kanaal van Guihome. Deze jonge Belgische komiek is populair onder jongeren.
https://www.youtube.com/channel/UCFNOftdL_3Gb0XJLnGRaY4A/featured
Allez saluukes! Ik wens je goede samenwerking met onze Zuiderburen.
Fabienne van Dillen, senior trainer Frans en Nederlands
Fabienne is geboren in het Franstalige deel van België vlakbij Luik en woonde jarenlang in Parijs en Nice. Ze heeft een lesbevoegdheid voor de Franse en Engelse taal en studeerde Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte als international marketeer voor multinationals in Parijs en Amsterdam en leidde een marketing- en communicatiebureau. Fabienne ontwikkelt als strateeg samen met creatieve teams marketing- en reclamecampagnes en adviseert bedrijven over zakendoen in Nederland en Frankrijk. Het is haar missie om de Franse taal populairder te maken bij een zo breed mogelijke doelgroep.