Sing-a-song

Met ‘Bloed, Zweet en Tranen’. Dit is overigens niet hoe mijn lessen Nederlands voor anderstaligen worden ervaren. Althans, dat hoop ik maar. Nee, het is een verwijzing naar een liedje van André Hazes. Vast onderdeel van mijn lessen is een behoorlijk portie Nederlands meezing-gebeuren. En in deze column ga ik uitleggen waarom ik het zo belangrijk vind dat mijn cursisten zingen.

Het leren van een taal is een complexe toestand; nieuwe woorden, ingewikkelde grammaticale regels, en lastige klanken die je op een behoorlijke manier uit je mond moet laten rollen. Met name de uitspraak is een struikelblok. Voor veel cursisten is het onderscheid tussen de lange en korte klanken van onze klinkers lastig. Overigens, er is feitelijk niets langs of korts aan onze klinkers. Lang en kort zegt meer iets over de spellingsregels, qua uitspraak zijn het gewoon verschillende klanken. Overdreven articuleren is de manier om het verschil tussen de ‘lange’ en ‘korte’ klinkers goed te horen en deze goed uit te spreken, maar tegelijkertijd voelt dit voor de cursist als bijzonder ongemakkelijk. Als je goed articuleert is je mond bij het vormen van de aa ver geopend als in volle verwondering, bij de oo is die mooi rond, de uu is de perfecte selfie pose en bij de ee tikken de mondhoeken je oorlellen aan. De meeste cursisten bedanken voor deze vorm van mondgymnastiek en mompelen het liefst binnensmonds en dan ook nog met de klankkleur van de moedertaal, wat in het slechtste geval resulteert in onverstaanbaarheid en in het gunstigste in een vet accent. Wat te doen? Zingen, uit volle borst!

Goed articuleren is niet de enige winst die je kunt behalen met zingen. Voor een goede uitspraak moet je niet alleen op correcte wijze de klanken vormen, maar is een mooi ritme ook onontbeerlijk. Het ritme van een taal wordt bepaald door de klemtonen, zowel binnen een woord, als op de afzonderlijke woorden binnen een zin. Als een dirigent bepaalt de spreker welk woord net iets meer nadruk krijgt. Dit subtiele spel van het ritme maakt het Nederlands zo Nederlands. En ook dit kun je heel goed oefenen met zingen.

En dan is er nog een derde aspect dat belangrijk is voor de uitspraak. En dat is melodie. De melodie geeft verschillen in toonhoogte aan. Wij Nederlanders zijn niet de vrolijkste soort op deze aardbol. Aan het eind van de zin gaan we altijd in toonhoogte naar beneden. Behalve bij een vraag; dan gaan we omhoog.

Het op de juiste wijze produceren van de klanken, ritme en melodie zijn allemaal bepalend voor een goede verstaanbaarheid en een mooie uitspraak. En het fijne van zingen is dat deze drie aspecten zo goed geoefend kunnen worden.  Daarnaast is het niet onbelangrijk dat zingen gewoon fijn is. Als de irritatie en frustratie bij mijn cursisten zichtbaar wordt, knal ik er een liedje in. Daarna kun je gewoon weer verder met de les. Zingen staat voor vrolijkheid. Het is de smeerolie van de taalles en daar maak ik graag gebruik van.

Zing ik zelf mee? Nee, ik playback dat het een lieve lust is. Ik doe gewoon alsof en doe dat op professioneel opera-niveau. En dat heeft zo zijn redenen. Ik heb zelf jarenlang in de avonduren Franse les gevolgd. Ik durf te beweren dat ik de liefste docente van de wereld had. Ik heb ontzettend veel van haar geleerd. Niet alleen Frans, maar ook hoe je een les leuk kunt maken. Ienemienie – ik noemde haar zo, het is niet haar echte naam – ging voor haar cursisten door het vuur. Ze liet geen mogelijkheid onbenut om je te helpen om die lastige Franse taal onder de knie te krijgen. En dat deed ze met liefde, enthousiasme, Brie en zingen. En van dat laatste heb ik vooral geleerd dat het voor een docent soms beter is om niet mee te zingen. Als Ienemienie haar oude casettespeler (ja, het is wat jaren geleden) indrukte dan sloot ze haar ogen en liet haar omvangrijke lijf meedeinen. Tot zover was het nog te doen, maar dan opeens – en altijd heel onverwacht – ging ze héél hard en héél vals meezingen. Wij, de leerlingen, sloegen volledig dicht en keken alleen nog maar verschrikt toe. Wat zij overigens niet in de gaten had. Ienemienie was niet meer te bereiken; ze ging volledig op in Julien Clerc.

Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken; zingen is een belangrijk onderdeel van een taalles. Het brengt een vrolijke noot in de soms frustrerende weg die taalcursisten moeten afleggen. Het is ontzettend goed voor de uitspraak en verstaanbaarheid. Klankvorming, ritme en melodie kun je perfect oefenen met zingen. Het is mondgymnastiek zonder dat de cursist zich ongemakkelijk gaat voelen. Dus zing, bid, huil en bewonder. Elke les weer (meezingend of playbackend).

ps: niet alleen maar André Hazes gebruiken, tenzij je wilt dat je cursisten een perfect Amsterdams accent leren.

Astrid Harrewijn, senior trainer Nederlands

Meer informatie over onze collega Astrid Harrewijn kunt u vinden op: http://astridharrewijn.nl/