Een derde of vierde taal leren

Is een derde of vierde taal makkelijker te leren dan een tweede taal? Met andere woorden, is het makkelijker een nieuwe taal te leren als je al andere talen kent? Veel wetenschappers denken van wel, maar veel onderzoek is er eigenlijk niet naar gedaan.

In de jaren tachtig wilde de taalwetenschapper Ruth Ramsay weten of eentaligen in het nadeel zijn bij het leren van een nieuwe taal. Ramsay vond een groep Amerikanen die alleen Engels spraken. Deze eentaligen hadden wel eens geprobeerd een taal te leren (meestal Frans of Spaans op school), maar dat was nooit gelukt. De groep van tien eentalige mensen werden vergeleken met tien meertalige mensen, die drie of meer talen beheersten. De deelnemer met de meeste talen groeide op in een tweetalige thuisomgeving (Engels en Spaans), en leerde daarna nog Perzisch, Frans, Italiaans, Arabisch, Turks en Russisch.

De deelnemers aan Ramsay’s experiment kregen vier uur om Baskisch te leren, een taal die niemand al kende – en die ook niet erg lijkt op andere talen. De proefpersonen kregen allerlei studiemateriaal maar mochten zelf weten hoe ze het aanpakten. Daarna werden ze getest op hun kennis van het Baskisch. De meertalige deelnemers scoorden beter dan de eentalige deelnemers: de vijf topscoorders waren allemaal meertalig. Waarom waren de meertaligen in het voordeel?

Volgens Ramsay en anderen hebben mensen die meer dan één taal beheersen meer kennis over taal en meer inzicht in de structuur van taal. Met andere woorden, meertaligen hebben meer ‘metalinguïstische’ kennis.

Maar misschien ligt het anders. Misschien waren de meertaligen wel meertalig omdat het goede taalleerders waren. Zij hadden wellicht meer gevoel voor taal of meer interesse in taal. Bovendien hadden ze domweg meer ervaring met taal leren.

En er waren ook succesvolle eentaligen, die hoger scoorden dan meertaligen. Wat verklaarde het succes? Het meest opvallende kenmerk van de goede leerders (of ze nu één- of meertalig waren) was volgens Ramsay dat zij hardop durfden te oefenen waar anderen bij waren, zonder angst om fouten te maken. Ze hadden flexibeler leerstrategieën en dufden te ‘gokken’. Daarnaast waren goede leerders geïnteresseerd in andere talen en culturen, en hielden ze van symbolische systemen zoals codes en vlaggen. Ze hielden trouwens ook allemaal van lezen en puzzelen.

Meertaligheid en de bijbehorende ‘metakennis’ over taal is dus niet nodig om succesvol een taal te leren. Maar meertaligheid heeft wel voordelen. Want zoals Goethe al zei: “Wie geen vreemde talen kent, weet niets van zijn eigen taal”.

Annemarie Kerkhoff

Annemarie Kerkhoff is een gepromoveerd taalwetenschapper, gespecialiseerd in eerste en tweede taalverwerving. Ze heeft als docent en onderzoeker aan de Universiteit Utrecht gewerkt en is nu freelance wetenschapsjournalist.

Bron

Ramsay, R. M. (1980). Language-learning approach styles of adult multilinguals and successful language learners. Annals of the New York Academy of Sciences.